Er is niks soft aan verbinding

Onze dagelijkse gesprekken met vrijwilligers staan in schril contrast met het beeld dat politici graag ophangen over ‘de vluchtelingen’. Omdat we in de aanloop naar de verkiezingen steeds meer harde woorden lazen, willen wij ruimte maken voor positieve en hoopgevende verhalen. Daarom schreven we, naar aanleiding van Wereldvluchtelingendag 2024, deze ode aan het doorzettingsvermogen van mensen op de vlucht. 

Je snelste 5 kilometer op Strava, 6 maanden gestopt met roken, de Mont Ventoux beklommen… doorgaans vieren we het graag als iemand zijn grenzen verlegt. Doorzettingsvermogen wordt gelauwerd al was het een olympische discipline op zich. Als je het maar hard genoeg wil, dan kom je er wel. Hoe ‘dieper’ je voor iets moet gaan, hoe harder je het verdient.

Behalve voor mensen op de vlucht. Derde poging, boot niet gezonken. Honderden kilometers door een donker bos met een baby op de arm. Vijf maanden op straat zonder plaats in een opvangcentrum… Daar wil niemand een badge voor. Laten we daarom vandaag op Wereldvluchtelingendag het doorzettingsvermogen eren van iedereen die zijn thuis achterlaat op zoek naar een veilige toekomst. Het vergt lef, ondernemingszin en zelfredzaamheid om die tocht te overleven. Met doodsangst als beste motivator; #gotheextramile. We lijken te vergeten hoeveel fysieke en mentale grenzen mensen op de vlucht al overwonnen hebben voor ze in ons land toekomen.

Want er wacht hen geen podium of medaille als ze de Belgische grens halen. Als nieuwkomer kan je geen anciënniteit inbrengen, amper teren op verdiensten uit het verleden. In een nieuw land moet je je opnieuw bewijzen. En vanaf nu wordt je doorzettingsvermogen gemeten aan het niveau Nederlands dat je spreekt. Die 4 andere talen op je cv zijn plots veel minder waard.

Maar volgens de meeste partijprogramma’s gelooft niemand dat je hard genoeg je best doet. Niet echt. Je moet ‘geactiveerd’ worden, gestraft als het niet snel genoeg gaat. Je moet zo snel mogelijk aan het werk, want hier draagt iedereen zijn steentje bij. Maar je moet ook volledig focussen op de Nederlandse les, want taal is de sleutel tot integratie. Je moet zelf voor je kinderen zorgen, want er is geen plaats in de kinderopvang. Maar je moet ook deelnemen aan de samenleving, zodat ‘echte Belgen’ minder bang van je worden. Het is de catch 22 van integratie: hoeveel mijlpalen je ook haalt, je zal altijd afgerekend worden op de ene vereiste waaraan je niet voldoet.  

Batahlan ‘waterballet’ tijdens de Gentse Feesten 2016 - cirQ en Refu Interim vzw - foto door Annelies Vanhove

Batahlan ‘waterballet’ tijdens de Gentse Feesten 2016 - cirQ en Refu Interim vzw - foto door Annelies Vanhove

We zouden er als samenleving zóveel bij winnen als we mensen op de vlucht terug beschouwen als wat ze echt zijn: mensen. Met doorzettingsvermogen en veerkracht, twijfels en angsten, met doelen en dromen, met imperfecties en kleine kantjes. Door hen te instrumentaliseren – hetzij als oorzaak van alles wat er misgaat, hetzij als miraculeuze oplossing voor het tekort in de zorg en op de gehele arbeidsmarkt - gaan we voorbij aan de ware uitdagingen van een superdiverse samenleving. Want die realiteit is er, dus je kan er maar beter mee aan de slag.

Een samenleving waar iedereen zich thuisvoelt, zowel de nieuwkomer als de doorwinterde Belg die zijn straatbeeld op korte tijd ziet veranderen, creëer je niet door te focussen op hoe ‘anders’ de andere is. Zo’n samenleving bouw je samen, door actief te zoeken naar wat je bindt met je buurvrouw die je misschien moeilijk verstaat, maar wiens kinderen naar dezelfde school gaan als de jouwe. Er is niks soft aan die verbinding. Het is waarom we ons zo graag engageren in allerlei verenigingen, het is waarom we massaal supporteren voor een divers team (zolang het goed voetbal speelt), het is waarom we vol overgave ‘Bartje premier!’ scanderen. Als we ons kunnen verenigen in het verwerpen van ‘de ander’, dan ook in het omarmen ervan. Want een gebrek aan verbinding is dodelijk; nooit in onze geschiedenis stierven er meer mensen alleen. Misschien is dat dan een goede motivator om mensen op de vlucht een waardige plek in onze samenleving te geven?

Verbinding is als ‘medicine for the soul’ zei één van onze vrijwilligers ooit. Hij helpt elke week in een woonzorgcentrum. De bewoners zien hem graag komen: eindelijk iemand die tijd heeft om een babbeltje te slaan, ook al is het in eenvoudig Nederlands. En het omgekeerde geldt evenzeer. Zijn gulle lach, het geduld, de zorg… dat is hier van tel, niet hoe of waarom hij gevlucht is. 

Zulke ontmoetingen, dat is waar Vlaanderen écht nood aan heeft. Als we allemaal samen the extra mile gaan, wordt die superdiverse samenleving vanzelf minder angstaanjagend. 5 keer in gesprek gaan met iemand die een andere culturele achtergrond heeft, 3 keer nadenken voor je de populistische praat van een politicus kritiekloos overneemt, nog 4 maanden twijfelen over wie er bij Ons Vlaanderen hoort, en welke rechten deze mensen verdienen. Als we allemaal wat harder trainen voor onze sociale Strava, wint in oktober de hoop het misschien wél van de angst. 

Vorige
Vorige

De Warmste Week: alles over ons Club Compagnie project.

Volgende
Volgende

Workshop Inclusief vrijwilligerswerk